MotorXperience Nederland was laatst in het nieuws bij RTV Utrecht om inzicht te geven waarom de motor populairder dan ooit is.
Lees hieronder het gehele artikel (link naar het artikel voor het gehele interview onder aan de pagina).
Utrecht – “Dagelijkse routine”, zegt motorrijleraar Johan Schoneveld als hij zijn vier motoren naar buiten rolt. In zijn garage staat ook een tafel voor theorielessen en hangen pakken voor leerlingen klaar. “We zijn goed gekleed”, zegt Schoneveld. Het weer kan geen spelbreker zijn. “We hebben ook handvatverwarming en als het echt koud is hebben we ook verwarmde hesjes.”
Volgens branchevereniging BOVAG en dataleverencier RDC wordt volgende maand de 800.000e motor in Nederland geregistreerd. Nooit eerder waren er zoveel motoren in het land. Met name tijdens de coronapandemie is de motor populair geworden.Schoneveld heeft wel een verklaring voor die stijgende populariteit. Toen bijna alles was verboden om verspreiding van het virus in te dammen, mochten motorrijlessen nog wel. “Dus veel mensen die de droom hadden voor later, hebben dat naar voren gehaald en zijn alvast begonnen.”
Heropstappers
Van jong tot oud: iedereen wil op de motor, aldus Schoneveld. Hij ziet ook veel “heropstappers”: mensen die om wat voor reden dan ook gestopt zijn met motorrijden en toch weer willen opstappen.
Florent heeft al wat ervaring, maar wil toch even zijn vaardigheden wat bijschaven. Op een parkeerterrein in Utrecht slalomt hij tussen oranje pylonen. “Het moeilijkst op de motor is: goed om je heen kijken. Goed opletten, dat is het belangrijkste.”
Oké, Florent. Ziet er geweldig uit jongen”, zegt Schoneveld door de walkietalkie tegen zijn leerling. Sturen met de heupen, dat is de kunst. “Dan ligt de motor schuiner dan de persoon die erop zit”, legt Schoneveld uit. “Dus je hebt dan super korte bochten en super goed overzicht met je bovenlichaam om de rest van het verkeer in de gaten te houden.”
Al die extra motorrijders, wordt het niet te druk? Op de Lekdijk wordt bijvoorbeeld al jaren geklaagd over overlast. Volgens Schoneveld is het belangrijk dat iedereen zich aanpast, qua geluid en brandstofgebruik. “Het zou fijn zijn als iedereen zich gedraagt op de dijken en dat we naast elkaar kunnen genieten.”